Luthersekerk

Het Lutherse kerkje aan de Prins Hendrikstraat te Nijmegen, in de Nederlandse provincie Gelderland, is gebouwd naar een ontwerp van Derk Semmelink.

Toen het kerkje in 1896 gebouwd werd had het nog een geheel ander aanzicht. Zo werd in 1929 een torentje op de kerk gebouwd dat ruimte moest bieden aan de luidklokken van de oude Lutherse kerk. Het in de kerk aanwezige orgel is het oudste orgel van Nijmegen. In 1756 werd het gebouwd door de Nijmeegse orgelbouwer Matthijs van Deventer. De kerk herbergt daarnaast een kansel uit 1671. Beide zijn afkomstig uit de in 1959 gesloopte Lutherse kerk aan de Grotestraat. Het kerkje heeft in totaal negenennegentig zitplaatsen. Een deel van de naastgelegen kosterwoning is ook in gebruik bij de Lutherse gemeenschap.

De Lutherse kerk is rijksmonument vanwege het aanwezige orgel

Geschiedenis Lutherse gemeente en kerk

Op 14 september 2020 was het 350 jaar geleden dat de Raad van de stad Nijmegen aan de Lutherse gemeente de vrijheid van openbare uitoefening van haar godsdienst toestond. Vanaf dat moment werd de Lutherse Gemeente niet alleen geduld, maar werd haar zelfs een bedehuis aangeboden. Op 14 september 1670 werd de koop van de kapel van het Sint-Nicolaasgasthuis als kerk voor de lutheranen bezegeld op voorwaarde dat het gebouw vanaf de straat niet als kerk herkenbaar was. Het was dus een schuilkerk. De kerk stond aan de Grotestraat vlak bij de Steenstraat. Daar hebben de lutheranen tot 1924 gekerkt.

De kerk in de benedenstad raakte, evenals veel woonhuizen, in verval. Op 28 september 1924 werd een gedenksteen aangebracht in een nieuw aangekocht kerkgebouw (1896 ontwerp van Derk Semmelink) op de kruising van Jacob Canisstraat en de Prins Hendrikstraat. Ook de kansel uit 1671 en het orgel uit 1726/1758 werden overgebracht. Het wapenschild van de Gouverneur van de stad, Prins Ludwig Friedrich van Saksen-Hildburghausen, een vooraanstaand lutheraan, kreeg een plaats boven de toegang tot de consistoriekamer.

Toen het kerkje in 1896 gebouwd werd inclusief de kosterswoning, had het nog een geheel ander aanzicht. Zo werd de toren pas ingewijd in september 1929 om plaats te bieden aan de luidklokken uit de oude kerk.

De Tweede Wereldoorlog heeft de gemeente niet onberoerd gelaten. Ongeveer 40 lutheranen zijn omgekomen in het bombardement van 22 februari 1944. Het kerkgebouw werd op 7 november 1944 getroffen door een granaat, die de ramen van de kerk vernietigde en een groot gat in het dak en een bres in de westmuur sloeg.
Op 18 maart 1945 was de kerk weer provisorisch gerepareerd. Bij gebrek aan hout en stenen is daarbij dankbaar gebruik gemaakt van materiaal uit verwoeste huizen in de omgeving van de kerk. De huidige ramen zijn in het kader van de actie Nederlandsch Volksherstel geschonken door de Evangelisch-Lutherse Gemeente Haarlem.

In de eerste helft van de jaren 70 van de 20e eeuw werd het interieur van de kerk volledig vernieuwd. Het oude meubilair, nog afkomstig uit de oude kerk aan de Grotestraat, werd verwijderd en het interieur van de kerk werd geschilderd in nieuwe kleuren. In het voorjaar van 2017 is een begin gemaakt met de restauratie van het interieur op basis van een kleurenonderzoek.